PTCC Print CD-i artikelen: februari 1995 Welkom nieuwe lezers Om te beginnen willen wij onze nieuwe lezers, afkomstig van de PCC, welkom heten bij onze CD-i rubriek. Deze regelmatig terugkerende rubriek houdt U op de hoogte over de ontwikkelingen op het gebied van CD-i hard- en software. De afgelopen maanden zijn al diverse onderwerpen aan bod gekomen, waaronder de vraag welke plaats CD-i inneemt binnen een computerclub. Met name de vraag hoe het nu zit met de uitwisselbaarheid tussen de verschillende CD-formaten zoals CD-ROM, CD-i en Video-CD krijgen wij regelmatig toegespeeld van onze lezers. Vandaar dat wij in deze speciale aflevering de historie van de verschillende CD-formaten nog eens op een rijtje zetten, in de hoop dat de vraagtekens die veel lezers nog bij dit ondewerp plaatsen, verdwijnen. Het begin De geschiedenis van de CD gaat terug tot het jaar 1969. In dit jaar wordt na lang experimenteren een efficiente manier gevonden om beelden op een plaat vast te leggen. Wanneer eerst idee�n met miniscule foto's die in een spiraalvorm op een plaat worden vastgelegd falen, komt Drs. Klaas Kompaan met het idee microscopisch kleine putjes in het oppervlak van een plaat aan te brengen en deze met behulp van een laserstraal af te tasten. Deze techniek bleek zeer succesvol. Midden jaren '70 verschijnt het eerste produkt op de markt wat van deze technologie gebruik maakt: de VLP (Video Long Play). Bij dit systeem werd uitgegaan van platen met een doorsnede van 30 centimeter waarop per kant 1 uur aan bewegende videobeelden kon worden opgeslagen. Zowel beeld als geluid werden hierbij analoog vastgelegd. Het systeem bleek vooral in Amerika en Japan een groot succes, waarna het ook op deze markten verslapte. Na herhaalde marketing-inspaninngen en de diverse naamsveranderingen (VLP, LaserVision, CD-Video en enkele jaren geleden LaserDisc) lijkt de beeldplaat nu aan het einde van zijn roemruchte bestaan te zijn gekomen. Digitaal Al snel kwam men met het voorstel om de optische plaat ook te gaan gebruiken voor het opslaan van geluid. Natuurlijk kwam eerst de bestaande 30-centimeter plaat in aanmerking voor dit idee. Maar al snel bleek dat niemand de behoefte heeft aan een plaat waarop enkele dagen (!) aan audio-informatie kon worden opgeslagen. Dus gingen de ingineurs bij Philips weer aan de slag. Er werd een belangrijk besluit genomen: de audio- disc zou de informatie niet analoog (zoals bij LaserVision) maar digitaal verwerken. Hiermee lag het basis-concept van de Compact Disc op tafel. In eerste instantie werd gekozen voor een plaatje met een doorsnede van 11,5 centimeter, waarop 1 uur muziek kon worden vastgelegd. In de latere hechte samenwerking met Sony om tot een eenzijdige standaard te komen, werd besloten de diameter op te trekken tot 12 centimeter. Volgens de Japanners moest de speelduur ten minste toereikend zijn voor de complete uitvoering van een bepaalde compositie van Bach om het systeem tot een succes te maken. De uiteindelijke standaard werdt CD-DA (Compact Disc Digital Audio) genoemd en werd in 1979 in het Rode Boek vastgelegd. De eerste CD-Audio spelers verschenen medio 1982 op de markt. Hoewel de beide ontwikkelaars ervan overtuigd waren een prachtig product op de markt te hebben gezet, kon niemand het inmense succes van de CD vooraf voorspellen. Achteraf gezien bleek de Compact Disc het snelst door de consument geaccepteerde systeem uit de geschiedenis te worden. Computer-toepassing Snel werd duidelijk dat de CD, met zijn opslagcapaciteit van ruim 600 MegaByte, een uitermate geschikte en goedkope drager voor grote hoeveelheden computergegevens zou kunnen zijn. Philips en Sony zagen ook in dat ze met het systeem een goede troef in handen hadden voor de computer-industrie, dus gingen de bedrijven enkele jaren later weer rond de tafel zitten om een uitbreiding op het Rode Boek te defini�ren, waarin het computergebruik centraal zou staan. Hieruit volgde in 1985 het Gele Boek, de CD-ROM (Compact Disc Read Only Memory). Het Gele Boek specificeert echter alleen het fysieke gebruik van de schijf (de indeling in tracks, sectoren en deregelijke), maar niet hoe de informatie op de disc zou moet worden weggeschreven. Hoewel een computer-toepassing voor bijvoorbeeld IBM-PC's toch niet zonder meer zou werken op een Apple Macintosh, werd al in een vroeg stadium besloten dat een universele standaard voor het bestands-formaat de aanbeveling vergde. Samen met de 'groten' uit de computer-wereld (waaronder Microsoft) werd vervolgens een voorstel gedaan voor een dergelijke standaardisatie van de file-structuur voor CD- ROM discs. Dit voorstel werd onder de naam 'High Sierra' aan de ISO (International Standards Organization) voorgelegd, en na enkele kleine weizigingen onder nummer ISO-9660 geaccepteerd als standaard. Dit houdt in dat we nu elke CD-ROM disc die aan de ISO-9660 standaard voldoet, ten minste kunnen lezen op elke computer die dit bestandsformaat herkent, zelfs als hij de opslagen programmatuur niet kan draaien. Interactieve Compact Disc Intussen werd in Eindhoven al gedacht aan een consumenten- toepassing van de Compact Disc, waarbij de mogelijkheden van CD-Audio, CD-ROM en de beeldplaat zouden worden gecombineerd, en bovendien op een zeer eenvoudige wijze interactief aan de gebruiker kunnen worden aangeboden. Het eerste idee voor een dergelijk systeem werd in 1987 in het Groene Boek vastgelegd, en kreeg de naam CD-i (Compact Disc Interactive). De jaren die hierop volgden werden gebruikt om het systeem verder te perfectioneren en een wereldwijd netwerk van software- ontwikkelaars op te zetten, om het systeem in 1992 met succes te kunnen introduceren. CD-i gaat uit van een apparaat wat aan de buitenkant nauwelijks te onderscheiden is van een normale CD-Audio speler, maar wat is voorzien van een uitgang waarop elke standaard TV kon worden aangesloten, en wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee op het scherm een cursor kan worden bestuurd waardoor de gebruiker zelf keuzes kan maken. Bij een CD-i systeem zijn per definitie geen toetsenborden, printers en diskettes aanwezig, omdat in de eerste plaats de toepassing anders is dan bij computers (het moest een entertainment- machine voor het hele gezin zijn), en op de tweede plaats het gebruikersgemak voorop stond, en daar horen nu eenmaal geen toetsenborden bij. CD-i toepassingen (en de mate waarin de gebruiker hier interactief op kan reageren) zijn zeer divers. Het huidige assortiment CD-i discs varieert van naslagwerken, cursussen en muziek, tot hobby-programma's, kinderprogramma's en snelle actie-games. Uiteraard geeft een CD-i speler ook normale Audio-CD's perfect weer. Photo-CD Als logische uitbreiding op het CD-i systeem defini�erden Philips en Kodak in het voorjaar van 1992 de standaard voor Photo-CD. Dit systeem werd wel tot in detail gespecificeerd, maar kreeg geen eigen kleur-code, omdat het hier in feite gaat om een uitbreiding op het Groene Boek. Met Photo-CD kunnen gebruikers hun eigen kleurennegatieven laten overschrijven op een Compact Disc, en deze vervolgens bekijken op televisie met behulp van een CD-i speler, of bewerken op een computer door ze in te lezen met een CD-ROM drive. Een dergelijke type CD, wat zowel op een CD-i speler alsmede op andere systemen te gebruiken is wordt een 'Bridge-disc', of CD-ROM/XA (eXtended Architecture) genoemd. In principe kan elke CD-ROM een Bridge- disc zijn, als er maar een CD-i programma wordt meeschreven op de schrijf. Zo kan een uitgeverij dus met een enkele disc volstaan en toch twee heel verschillende markten bedienen. Video-CD Met behulp van sterke compressie-algoritmen als MPEG (zie het artikel van Klaas Robers in Print 81) werd het mogelijk bewegende videobeelden tot een redelijke mate terug te brengen om ze vervolgens op een digitale manier te verspreiden. Naast toepassingen voor televisie en telefoon kwam natuurlijk ook de Compact Disc voor MPEG in aanmerking. Het gebruik van video-beelden volgens de MPEG-1 norm op CD werdt door Philips, Sony, Matsushita en JVC in 1993 vastgelegd in het Witte Boek: de Video-CD (niet te verwarren met het vroegere, analoge, CD-Video). Bij Video-CD is het mogelijk tot 75 minuten bewegende beelden op een schijfje vast te leggen, waardoor een complete speelfilm nu in een standaard dubbel-CD doosje te krijgen is. Recente deals van Philips met onder andere Paramount Pictures en MGM/United Artists, en de uitgiften van Video-CD's door vele andere bedrijven (waaronder EMI, BMG en Sony) wijzen er op dat het systeem een gouden toekomst te wachten staat. Video-CD is ook een CD van het type Bridge-disc, waardoor hij af te spelen is op elk apparaat wat in staat is de MPEG-signalen om te zetten in bewegende beelden. Elke CD-i speler voorzien van een Digital Video cartridge kan dit zonder problemen afhandelen, alsmede computers voorzien van MPEG-decoders, zoals de RealMagic van Sigma Designs voor de PC. Houdt er rekening mee dat dergelijke uitbreidingen voor de PC op dit moment nog erg kostbaar zijn (vanaf ongeveer 700 gulden). Spelcomputers met CD Intussen zijn er ook diverse individuele bedrijven met hun eigen interprentaties van de CD als amusementsdrager naar buiten gekomen. De introduktie van verschillende spelcomputers met CD-ROM (waaronder Sega Mega-CD, 3DO, Saturn en PlayStation), hoeven in principe geen bedreiging te vormen voor CD-i, omdat de toepassingen van deze machines gelimiteerd zijn tot het spelen van spelletjes, waarbij de CD-i speler, naast het afspelen van zeer goede games, ook nog te gebruiken is voor vele andere toepassingen. Het is dan ook maar de vraag hoe lang deze (onderling niet-uitwisselbare) systemen nog blijven bestaan. De toekomst Naar alle verwachting zal CD-i een belangrijke rol als informatiedrager gaan spelen in de toekomst. Zijn multi- functionele gebruik in de huiskamer, alsmede de uitermate gebruiksvriendelijke manier waarop het systeem te gebruiken is zijn belangrijke pijlers die dit succes zullen ondersteunen. En om CD-i ook zijn nut te laten bewijzen op de professionele (lees: "gecomputeriseerde") markt, introduceert Philips midden 1995 een upgrade-kit voor PC's, bestaande uit quad-speed CD- ROM drive en uitbreidingskaart met MPEG, waardoor computer- gebruikers in staat worden gesteld CD-i discs en alle Bridge- formaten (zoals Video-CD) op hun computer te gebruiken. |
|